Power to the People

Op zoek naar buurtcapaciteit

De energiecrisis toont dat de beschikbaarheid en betaalbaarheid van energie het fundament is onder onze manier van leven en economie. Het eigenaarschap over dat fundament zal weer teruggewonnen moeten worden. Deze beweging is ook nodig om de transitie naar een duurzame samenleving te versnellen.

1. IJsselbuurt. Percentage particuliere huurwoningen ligt hoger dan het gemiddelde in Amsterdam; 2. Slotervaart Noord.
Gemengde wijk met huur en koopwoningen. Nabijheid van warmtebronnen. 3. Volewijck. Percentage sociale huurwoningen ligt hoger dan het gemiddelde in Amsterdam.

Bronnen:
Meest kwetsbaar (per buurt): BBGA 2020
Energielabels: RVO 2022
Gasverbruik (per postcode): CBS 2021
Percentage huurwoningen: CBS 2021
Aantal inwoners: CBS 2021
In the last two years, the energy transition has been overtaken by an energy crisis. Anyone searching for the term energy crisis on the website of Het Parool will find almost two hundred articles, almost all of which originate in the last two years. They show that energy is one of the most important components of our way of life. If the cheap availability disappears, residents, entrepreneurs, and social facilities will immediately be in trouble.
Amsterdam has a history of civil unrest. The protests against the dominance of the car shaped Amsterdam’s reputation as a bicycle city and the Nieuwmarkt riots prevented further demolition of the historic neighbourhood. The housing protests have partly led to the rental market being regulated more strongly. The first cautious protests against the slow action of the housing corporations in making the housing stock more sustainable have already taken place. Will the fire be fanned further?

Het driepartijenspeelveld en het Wijkbedrijf

De energiehuishouding is in de samenleving nu georganiseerd als een tweepartijenspeelveld. Het veld wordt beheerst door markt en overheid, terwijl de bewoner of burger ter zijde staat en als consument slechts beperkte invloed heeft.


We moeten naar een driepartijenspeelveld waar de burgerij zelf aan het spel meedoet. De burger, bewoner of buurtgemeenschap wordt een actieve speler, die niet louter consumeert maar ook produceert. Burgers bundelen op gelijkwaardige basis hun capaciteit en investeringsvermogen met de markt en de overheid om zo de energietransitie te versnellen.

Wij stellen voor de buurtcapaciteit te benutten door het oprichten van een coöperatief wijkbedrijf. Dat voert maatregelen uit die bijdragen aan verduurzaming en energietransitie, onafhankelijk van eigenaarschap, met en voor de buurt. De transitie wordt versneld, de gemeenschap versterkt.

Het wijkbedrijf is, zoals de naam al suggereert, een bedrijf van en voor de wijk. Het werkt samen met de lokale gemeenschap en met bestaande initiatieven. Zowel de gemeenschap als de meer institutionele partijen (zoals gemeente, woningcorporaties, institutionele vastgoedbeheerders) leveren capaciteit in de vorm van tijd, geld, ruimte en/of kennis aan het wijkbedrijf. Het wijkbedrijf krijgt de juridische vorm van een coöperatie. Dit geeft het wijkbedrijf de ruimte om zowel maatschappelijk als ondernemend te handelen.

Case studies

We illustrate the operation of the neighbourhood company using three Amsterdam neighbourhoods where gas consumption is high, energy labels are low, the share of rental properties (and therefore the share of single glazing) is high, and many residents are extra vulnerable to the consequences of rising energy prices given their average income level.

Case study IJsselbuurt

De IJsselbuurt, een monumentale wijk van ongeveer honderd jaar oud, heeft veel woningen met een slechte energetische staat. Veel huizen hebben een laag energielabel, wat verduurzaming bemoeilijkt vanwege de monumentale status van de gebouwen. Isolatie en duurzame maatregelen zoals zonnepanelen zijn vaak niet mogelijk zonder de esthetische waarde van de buurt te schaden. Het versnipperde eigendom en beperkte middelen van de bewoners maken verduurzaming extra lastig. Daarom wil het wijkbedrijf de woningen blok voor blok isoleren, waarbij alle bewoners financieel bijdragen via een buurtfonds. Dit fonds wordt gebruikt voor de aanschaf van materialen en het betalen van arbeidskosten. Het wijkbedrijf biedt ook opleidingen en gereedschap aan. De verduurzaming wordt gefinancierd door energiebesparingen, zonder dat huiseigenaren vooraf hoeven te investeren. Bewoners kunnen ook helpen door eenmalig werkuren in te zetten, met begeleiding en training om het proces te ondersteunen.

Een revolverend fonds wordt gevuld met de energiebesparingen van de bewoners en kan worden gebruikt om het gebouw duurzamer te maken.

Spatial context

Case study Slotervaard Noord

In de transitievisie warmte wordt uitgegaan van verschillende systemen, afhankelijk van gebouwtype, isolatiegraad, dichtheid en ruimte in de ondergrond. Voor een groot deel van Amsterdam, zoals Slotervaart-Noord wordt een aansluiting op een warmtenet gevoed door restwarmte uit de industrie voorzien. Zonder te hoeven wachten op de planning van de aanleg van het warmtenet kan er ook al gebruik worden gemaakt van andere, laagwaardige, bronnen in de directe omgeving. Zeker als de woningen voldoende geïsoleerd zijn bieden deze omgevingsbronnen warmte voor een groot aantal huishoudens.

Het wijkbedrijf borduurt in Slotervaart-Noord verder op de gedachte van de lokale energie-coöperatie. In dit geval gaat de Wijkbedrijf zich toeleggen op het ontwikkelen van een decentraal warmtenet in eigen beheer. Er wordt gestart met het verbinden van bron en behoefte die dicht bij elkaar liggen. Stap voor stap groeit dit decentrale warmtenet uit tot een buurtdekkende infrastructuur die uiteindelijk ook gekoppeld kan worden aan het centrale warmtenet.

Mede door de aanwezigheid van de Sloterplas, aangevuld door een divers aanbod van kleinere bronnen is genoeg omgevingswarmte beschikbaar. Door een open lagetemperatuurnet  net te creëren kunnen al deze  warmteaanbieders ook op het warmtenet. Zo ontstaat er een flexibel netwerk dat deze buurt van duurzame warmte kan voorzien.

Verschillende warmtebronnen kunnen worden aangesloten op het open lagetemperatuurnet. In Amsterdam Nieuw-West bestaan deze bronnen vooral uit oppervlaktewater, datacenters en slachthuizen.

Case Study Volewijck

De opgave in de Van der Pek buurt in Noord is anders. Hier is op korte termijn al een plan voor de uitrol van het warmtenet. Door jarenlang gebrek aan aandacht vanuit de centrale stad voor de gemeenschappen van Noord, het achterstallige onderhoud en de verdrukking van bestaande bewoners door de snel stijgende woningprijzen is het vertrouwen van bewoners in gemeente, energiebedrijf, woningcorporatie en ander institutionele partijen bijzonder laag.

Om tot een transitie te komen zal dit vertrouwen dus eerst hersteld moeten worden.

Om met al deze beschikbare capaciteiten aan de slag te gaan is organisatie van de wijk noodzakelijk. De oprichting van een wijkbedrijf is een eerste stap. Zowel de gemeenschap als de meer institutionele partijen leveren capaciteit in tijd, geld, ruimte of kennis aan het wijkbedrijf. Het wijkbedrijf werkt vervolgens aan de isolatie van de woningen, onafhankelijk van eigenaarschap, én het benutten van lokale bronnen voor duurzame warmte. De sociale infrastructuur van de wijk biedt de neutrale ruimte voor gemeenschap, instituten en markt om samen vorm te geven aan het wijkbedrijf.

De sociale infrastructuur biedt ruimte als zogeheten ‘third space’ voor een gelijkwaardig gesprek tussen institutionele partijen en de gemeenschap

Dit ontwerpend onderzoek was onderdeel van een grotere verkenning en publicatie van Stad-Forum. Stad-Forum is een onafhankelijke denktank die het gemeentebestuur van Amsterdam het afgelopen decennium heeft geadviseerd over stedelijke ontwikkeling. Stad-Forum deed dit op eigen initiatief dan wel op verzoek van het college van burgemeester en wethouders. Het hield Amsterdam een spiegel voor, bood bewoners en deskundigen een platform en verbond hen met ambtenaren en politici.

De volledige publicatie ‘Nu aan de Buurt’ kan hier worden gedownload