Nachtlab
Het Nachtlab is een initiatief van Studio Monnik om de overbelichting van de stad, en het verlies van de sterren boven stedelijke gebieden te agenderen. Met een divers team van ontwerpers en onderzoekers keken we naar de donkere stad. Een stad zonder lichtvervuiling, waar we de ritmes van onze planeet niet ontkennen maar omarmen, en waar de Melkweg weer boven de stedelijke skyline te zien is.
In het Nachtlab zijn diverse nachtelijke lichtfenomenen en stadsactiviteiten bestudeerd. Het doel was enerzijds om het stedelijke nachtleven (in brede zin, van uitgaansleven tot het gedrag van nachtdieren) en nachtlicht (zowel kunstlicht als natuurlijke donkerte) te ondergaan, anderzijds om verhalen van nachtdeskundigen aan te horen en op zoek te gaan naar de nachtelijke ontwerpopgave van de stad.
Tijdens een nachtwandeling door Rotterdam, van zonsondergang tot zonsopkomst, van west naar oost, zagen we verschillende lagen van licht: voor verkeer en sociale veiligheid, bij sportveldjes en evenementen, bij woningen en op plekken waar gewerkt wordt. Al die verlichting versterkt elkaar en probeert elkaar te overschreeuwen.
Is licht en donker net zoiets als lawaai en stilte? Is duisternis iets monumentaals of een landschappelijke kwaliteit? En van wie is het donker eigenlijk? In het Nachtlab onderzochten wij met welke stedenbouwkundige instrumenten, wetten en regels een donkere stad realiteit zou kunnen worden.
Als we de duisternis als waardevol zien, en we willen haar ervaren en bewaren, hoe doen we dat dan? De omgevingswetgeving kent een interessante principes die kunnen helpen bij het creëren van duisternis. Bijvoorbeeld door bij de bron te beginnen: neem maatregelen die lichtproductie verminderen. Of door kwetsbare objecten te beschermen: maak een fysieke afscherming tussen dat wat licht veroorzaakt en dat wat overlast ervaart. Daarnaast is het mogelijk de effecten bij de ontvanger te minimaliseren: neem maatregelen op de plek waar lichthinder wordt ervaren.
Bovenstaande principes zijn fysiek toe te passen. Maar wanneer wordt welk principe toegepast? Is het voorkomen van lichthinder een wettelijke verplichting of is de bescherming tegen lichthinder een recht? Is dat een randvoorwaarde voor ontwikkeling? Of is duisternis een luxe die sommige mensen zich kunnen permitteren? Hier speelt de vraag: van wie is het donker en wie gaat erover?
Onderstaand assenkruis vormt de basis voor verdere verkenning van bovenstaande vragen. De ene as wordt opgespannen tussen collectief en individueel: Is duisternis een ervaring die mensen samen of alleen doormaken? De andere as zet duisternis als recht af tegen duisternis als luxe. Als duisternis een recht is wordt deze afgedwongen door wetgeving met fysieke implicaties voor de leefomgeving. Als duisternis een luxe is moet deze gecreëerd worden door een fysieke ingreep. De hoeken tussen de assen vormen vier scenario’s die proberen voorstelbaar te maken waar het koesteren van de ervaring van duisternis in de stad toe kan leiden. De fysieke impact van ieder scenario is voorstelbaar gemaakt aan de hand van een illustratie op een concrete plek langs de route van onze nachtwandeling door Rotterdam.
Nachtkijker
Duisternis als individuele luxe
Aan een leefomgeving die permanent verlicht is wil je af en toe kunnen ontsnappen. Hoe maak je een plek waar de laag van de verlichting in de stad even voor je wijkt? Een intieme plek die jou in staat stelt de sterrenhemel weer in volle glorie kunt aanschouwen. Even een momentje voor jezelf.
Nachtkijkers aan de Kralingse Plas
De kapitale villa’s aan de Kralingse Plas worden iedere nacht aangelicht als individuele vestingwerken. De overmaat aan licht zorgt voor een gevoel van veiligheid. Niet alleen buiten maar ook binnen lijkt het licht altijd aan te zijn. De beveiligingscamera’s kunnen zo immers alle verdachte bewegingen goed waarnemen. Maar de verlichting dient ook om te pronken. Kijk ons huis statig zijn, wij hoeven niet te bezuinigen op licht. Maar ook de vermogende bewoners van Kralingen hebben behoefte aan duisternis. Als je geld hebt hoeft dit uiteraard niet ten koste te gaan van de verlichting van je huis: Het is én/én! In de achtertuin staat immers jouw eigen nachtkijker van honderden meters hoog. Deze koker priemt door het wolkendek en de lichtgloed van de stad en het Westland. Je hebt daardoor je eigen ervaring van een stukje van de sterrenhemel, direct toegankelijk vanuit je eigen huis.
Duisterfestival
Duisternis als collectieve beleving
Tijdens het festival van de duisternis aanschouwen we samen de sterrenhemel. De ervaring van de duisternis is een collectief ritueel dat we ondergaan in een kunstmatige hemelkoepel. Hoe meer zielen, hoe meer duisternis. Onze geesten worden zo geconditioneerd dat we, eenmaal buiten, collectief in opstand komen tegen het conformisme van de verlichte stad. Op de route naar huis moeten straatverlichting en lichtreclame het ontgelden. We willen weer vrij zijn!
Ferrodome als Cenotaaf van de Nacht
De Ferrodome in het Merwe-Vierhavens gebied transformeert van een evenementenlocatie in industrieel erfgoed naar de ultieme collectieve belevenis van de duisternis. De beleving van de bezoeker start bij het binnenkomen van de voorgebouwen van de Ferrodome. Ruimte voor ruimte wennen de bezoekers aan de duisternis. Hoe dichter bij de massale hal, hoe donkerder het wordt zodat de rituele beleving optimaal is. De huidige cilindervormige gebouw is vervolmaakt tot bol door een deel uit te graven en een koepel toe te voegen. Hier openbaart de sterrenhemel van het verleden zich, geprojecteerd in de koepel. Midden tussen de verlichte kranen, schepen en vrachtwagens van de nog altijd bruisende fruithavens beleven we hier collectief het zicht op een virtuele sterrenhemel. Het contrast met de nacht van vandaag kan niet groter zijn.
Duisterreservaat
Duisternis als collectief belang
De samenleving moet beschermd worden tegen de ongezonde effecten van overmatig lichtgebruik in de leefomgeving. Gebieden met een hoge ecologische, culturele of historische waarde worden aangewezen waar een licht-arm regime geldt. In deze gebieden is het donker, tenzij…
Conserveren van de Rotte
De Rotte verdient om meerdere redenen bescherming tegen overmatige verlichting. Het is een voornaam stadsgezicht, een belangrijke ecologische ader door de stad en een recreatieve route. Vanuit de Rotte gezien zal verlichting gepaste afstand moeten bewaren zodat verlichting geen afbreuk doet aan de maatschappelijke waarde van de Rotte. Analoog maar tegengesteld aan het daglichttoetredingsplan tonen omgekeerde piramides waar licht juist niet mag komen.
Duisterhuis
Duisternis als individueel recht
Iedere burger verdient een lichtvrije omgeving. In de bestaande gebouwde omgeving vraagt dit om maatwerkoplossingen. Hiervoor zijn tegenwoordig verschillende innovatieve producten beschikbaar, te verkrijgen via de bij het landelijke platform aangesloten en gecertificeerde partijen. Gebouweigenaren, VvE’s, corporaties en huurders kunnen eventueel in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de te nemen maatregelen. Uw lokale overheid faciliteert dit proces via de bekende online omgeving, zolang u zelf maar actie onderneemt.
Maatwerk aan het Zwaanshals
Het Zwaanshals is een straat die intensief wordt gebruikt. De levendigheid van een stadstraat vertaalt zich helaas ook in een felverlicht straatbeeld. Straatverlichting, koplampen van auto’s en fietsers, lichtreclame en winkeletalages zorgen voor een kakofonie van licht. Om de individuele bewoner toch een zekere mate van duisternis toe te doen komen worden op pandniveau maatwerkoplossingen geboden. Kapjes op straatlantaarns, gordijnen en luiken zorgen voor een verminderde instraling in woningen. Vantablack verf op woningen zorgt voor een absorptie van licht als het de gevel raakt.