Balanswijk
Wat nu als een woonwijk juist zorgt voor meer balans? Waar het fijn en toekomstgericht wonen is. Die snel te realiseren is, omdat die zo min mogelijk afhankelijk is van wijzigingen in het bestaande stroomnet.
Krapte in de fysieke ruimte, in energienetten, in stikstofruimte, materialen en menskracht: er zijn diverse oorzaken waardoor woningbouw en energietransitie elkaar regelmatig in de weg zitten. Hierdoor is het niet meer vanzelfsprekend dat in alle (nieuwbouw)wijken op tijd de stroomnetten zijn aangelegd, verzwaard of uitgebreid. Kan het ook anders? Wat nu als een woonwijk juist zorgt voor meer balans?
Een team van energiespecialisten van DEP en stedenbouwkundigen en architecten van Bright, Urban Synergy en Generation.Energy ging in opdracht van Alliander op zoek naar een oplossing: de Balanswijk. Voor de Balanswijk is bewust een extreem scenario gekozen van een wijk die volledig zelfvoorzienend is, dus zonder aansluiting op het net.
De uitdaging
Er zijn al technische oplossingen beschikbaar om woningen te ontwerpen die minimale stroom van het net vereisen. Ook voor groepen woningen zijn opwek, opslag en efficiënt gebruik in balans te brengen. Let wel, niet energieneutraal over het jaar, maar op elk moment. Want dan hoeft het huidige stroomnet geen vertragende factor meer te zijn. Toch zien we dit in de praktijk nog nauwelijks. Woningontwikkeling en netbeheer zijn aparte werelden, er wordt niet om gevraagd, het is onvoldoende bekend, het lijkt in aanschaf duurder of voorschriften passen niet. En daar zit een sleutel om woningbouw en energietransitie van het slot te krijgen: sámen een integraal wijkconcept maken. Met balans in energie en balans in belangen: De BalansWijk.
De uitnodiging
Alliander wil het begrijpelijke ongeduld en irritatie omzetten in realisatie. Daarom hebben zij stakeholders met realisatiekracht opgeroepen , om samen die integrale propositie te ontwikkelen: De BalansWijk. Waar het fijn en toekomstgericht wonen is. Die snel te realiseren is, omdat die zo min mogelijk afhankelijk is van wijzigingen in het bestaande stroomnet.
Hoe
Het team doorliep drie stappen aan de hand van een fictieve wijk van 2.500 woningen:
1. De ruimtelijke en energetische opgave in m2 oppervlak. We bekeken hoeveel ruimte in gezonde leefbare wijken nodig is voor wonen, werken, recreëren, groen, water, mobiliteit en ook energie. Hieruit blijkt dat de ruimteclaim voor energie in windmolen, zonnepanelen en batterijen voor opslag bijna net zo groot is als de rest van de functies bij elkaar.
2. Samenbrengen van de losse ruimtelijke opgaven in slimme combinaties van functies en meervoudig ruimtegebruik: met zonne-energie op daken, een windturbine in een groen recreatielandschap, laadpleinen en batterijen in parkeerhubs of gestapeld als uitkijktoren. Door actuele ontwerpinzichten op schaal van de Balanswijk toe te passen hebben we de ruimteclaims van energie weten te verkleinen.
3. Resterende opgave in beeld. Voor de ruimteclaim van energieopslag hebben we nog geen sluitende oplossingen gevonden. Wel geven we een indicatie van de effectiviteit van verschillende maatregelen. De grote opgave is de warmtevoorzieningen tijdens ‘elfstedenwinters’, waarin het een aantal weken koud is en weinig duurzame energie beschikbaar is. De restopgave is te zien in de grote batterijopstelling naast de wijk.
Hoe ziet de Balanswijk eruit?
In de Balanswijk wordt alle energie lokaal opgewekt, uitgewisseld en opgeslagen. Het is een wijk waar bewoners prettig en gezond wonen is en rekening houden met de beschikbare energie om de wijk in balans te houden. 70.000 vierkante meter aan woonruimte, vijftien procent wateroppervlakte, 2.500 (gemixte) woningen via de huidige BENG-normen, en 146.000 vierkante meter groen. Om dit zelfvoorzienend te maken is datzelfde oppervlakte nogmaals nodig: 282.000 vierkante meter voor één windturbine, 56.000 vierkante meter aan zonnepanelen, 147.000 vierkante meter voor energieopslag.
In de praatplaat laten we zien hoe deze ruimtelijke puzzel samen kan komen in een leefbare wijk. De uitdaging ligt nog in seizoensopslag voor de momenten waarbij er wel een hoge energie- of warmtevraag is, maar weinig mogelijkheden voor opwek. Deze seizoensopslag is voor de Balanswijk vertaald in aantallen batterijen. Maar liefst een halve zeecontainer per woning. Om deze ruimtevraag te verminderen zijn vier strategieën geïntroduceerd: (1) energieverbruik verminderen, (2) meervoudig ruimtegebruik en (3) nieuwe technieken van energieopslag en (4) energieschuiven op kritische momenten. Deze zorgen voor een afname van benodigde opslag. Voorbeelden zijn passief bouwen, slim laden, collectieve warmtevoorziening op blokniveau en ook het terugbrengen van energieverbruik van bewoners in een strenge winter.
Deze eerste Balanswijk is een variant die geen gebruikt maakt van een nabije warmtebron, zoals geothermie of industrie. In het vervolg komt er ook een ontwerp van een Balanswijk met een warmtebron.
Voor meer informatie:
https://www.liander.nl/voor-projectontwikkelaars/balanswijk#uitdaging
https://stadszaken.nl/artikel/6436/waar-komt-de-eerste-balanswijk-van-nederland
https://www.nu.nl/klimaat/6322037/de-woonwijk-van-de-toekomst-heeft-het-overvolle-stroomnet-helemaal-niet-nodig